Net als wij kunnen honden en katten problemen krijgen met hun gebit.
Hun tanden worden onafgebroken aangevallen door bacterien die aan de basis liggen van tandvleesaandoeningen.
In bepaalde gevallen kunnen deze microben in het bloed belanden en zo op afstand hart-, nier- of leveraandoeningen veroorzaken.
85% van de honden en 70% van de katten ouder dan 3 jaar (1,2) hebben gebitsproblemen. Deze cijfers moeten ons het belang doen inzien van een goede mondhygiene bij honden en katten.
Laat de mond van uw dier geregeld onderzoeken op de vorming van tandsteen. Een slechte adem of rood tandvlees zijn ook signalen die u moeten alarmeren.
Raadpleeg in dat geval meteen uw dierenarts.
Een poetsbeurt is de meest doeltreffende verzorging om tandvleesaandoeningen te voorkomen. Als aanvulling kunt u voedingen gebruiken die een goede mond- en tandhygiene bevorderen en kauwrepen die tandplak en tandsteen helpen bestrijden.
Ook knaagdieren en konijnen hebben gebitsverzorging nodig. Deze dieren hebben snijtanden die voortdurend doorgroeien.
Bij onvoldoende slijtage kunnen deze tanden zo lang worden, dat het dier er erg veel last van krijgt. Zorg altijd voor voldoende hard voer, zodat de tanden kunnen slijten. Soms is dit niet voldoende en moeten de tanden bijgeknipt of geslepen worden. Hiervoor is geen narcose noodzakelijk. Veel knaagdieren kunnen ook problemen krijgen met de kiezen.
Bij onvoldoende slijtage van de kiezen kan er een brugvorming optreden, waardoor het onmogelijk wordt om te eten. De kiezen moeten dan bijgeslepen worden. Hiervoor is een algehele narcose wel noodzakelijk.
Kittens en pups worden zonder tanden geboren.
De melktanden verschijnen na de tweede week en worden vanaf 4 maandengeleidelijk vervangen door definitieve tanden.
Gemiddelde leeftijd waarop het volwassen gebit uitkomt:
Snijtanden: | 3,5 tot 5 maanden |
Hoektanden: | 5 maanden |
Voorkiezen: | 4,5 tot 6 maanden |
Kiezen: | 4 tot 5 maanden |
De eerste melktanden die uitkomen zijn de snijtanden. Na twee maanden heeft een kitten 26 melktanden.
Deze tanden zijn kleiner en fijner dan de definitieve tanden.
Omdat ze ook nog minder sterk zijn, kan de kitten nog geen te harde voeding eten.
Vanaf de leeftijd van 4 maanden verschijnen de definitieve tanden (30 in totaal), waardoor de kitten ook hardere texturen kan doorbijten en grotere brokken kan eten. Zodra het definitieve gebit uitkomt, is een goede verzorging van de mond- en tandhygiene aan te bevelen.
Het uitkomen van de tanden is een delicate periode, waarin het tandvlees erg gevoelig is. Dit kan de kitten tijdelijk nogal wat hinder bezorgen.
Gemiddelde leeftijd waarop het volwassen gebit uitkomt:
Snijtanden: | 4 tot 5 maanden |
Hoektanden: | 4 tot 5 maanden |
Voorkiezen: | 4 tot 5 maanden |
Kiezen: | 5 tot 7 maanden |
Het komt vaak voor, vooral bij honden van kleine rassen, dat een of meerdere melktanden blijven staan (zogenaamde surnumeraire tand), die dan getrokken moet worden.
Een melktand die blijft staan belemmert niet alleen de correcte groei van de definitieve tand, maar hij zorgt ook voor de ophoping van voedingspartikels die de vorming van tandsteen bevorderen.
De zogenaamde 'puberteitsconsultatie', rond 6-7 maanden, is sterk aan te bevelen: dit is voor de dierenarts onder andere de ideale gelegenheid om de groei van uw hond te evalueren. Uw dierenarts kan ook controleren of alle tanden van het volwassen gebit correct gepositioneerd zijn en zal u tips geven voor de dagelijkse verzorging van het gebit, waar u zelf voor kunt zorgen.
Een slecht ruikende adem kan diverse oorzaken hebben en moet voor het baasje een signaal zijn om de dierenarts te raadplegen.
Een doorgedreven onderzoek kan immers de precieze oorzaak van deze 'halitose' aan het licht brengen: abcessen, tandvleesaandoeningen, spijsverteringsproblemen, nierinsufficientie, ...
Enkel met een minutieus visueel onderzoek kan men de precieze gezondsheidstoestand van het gebit van uw dier bepalen.
In de mondholte worden de micro-organismen (meer dan 300 soorten bacterien) die daar van nature aanwezig zijn gemengd met speeksel en voedingsresten, waardoor op het tandoppervlak een film wordt afgezet: tandplak. Tandplak is niet zichtbaar met het blote oog, dus maakt men het zichtbaar met een kleurstof.
Na een poetsbeurt ontstaat de tandplak opnieuw na 6 uur. Als deze tandplak niet verwijderd wordt (door de tanden dagelijks te poetsen), mineraliseert het door de aanwezigheid van calcium uit het speeksel en ontstaat er tandsteen, een harde en bruine afzetting op het tandoppervlak.
Tandsteen verdwijnt niet met een gewone poetsbeurt, maar moet verwijderd worden door uw dierenarts.
Door de groei van bacteriën ontsteekt het tandvlees (rood en gezwollen), waardoor de hond zijn eetlust kan verliezen en kauwen pijn kan doen.
De bacteriën gaan het steunweefsel van de tand (parodontaal ligament) langzaam aantasten en afbreken.
De slechte geur van de adem is afkomstig van de slechts ruikende vluchtige zwavelverbindingen (VZV) die de bacterien aanmaken.
In een latere fase bereiken de bacterien de basis van de tandwortel en breken ze tot het bot af waarin de tand zit vastgehecht (osteolyse). De kans dat zich abcessen vormen is nu zeer reëel.
Tandvleesaandoeningen zijn de meest voorkomende ziekte bij gezelschapsdieren.
Een dier kan aan tandvleesaandoeningen lijden zonder blijk te geven van duidelijke symptomen.
De adem gaat steeds slechter ruiken: de bacterien vermenigvuldigen zich en ontbinden de voedingseiwitten, waarbij vluchtige zwavelverbindingen (rottingslucht) vrijkomen, die de adem zijn kwalijke geur bezorgen.
Overmatige speekselafscheiding: een dier met tandvleesaandoeningen maakt een aanzienlijk grotere hoeveelheid speeksel aan.
Moeite met eten: het tandvlees is ontstoken en geirriteerd en de tanden zijn gevoelig. De pijn die het dier tijdens het kauwen ervaart, zorgt ervoor dat hij niet meer normaal eet.
De tanden komen los te zitten of vallen zelfs uit: doordat de bacterien in de mond het parodontaal ligament afbreken, verliezen de tanden hun steun en vallen ze soms uit;
Vorming van abcessen: abcessen tegen de tandwortel kunnen bij kleine honden leiden tot een breuk van het kaakbeen (onderkaak).
Secundaire infecties van de organen: het hart, de longen, de nieren en de lever kunnen aangetast worden wanneer de bacterien hen via de bloedbaan bereiken.
Alles hangt af van het stadium waarin de aandoening zich bevindt. Als er enkel tandplak aanwezig is en als het dier wil meewerken, kan een dagelijkse poetsbeurt van de tanden volstaan.
Als de aandoening echter al verder geevolueerd is, kan de harde gemineraliseerde laag tandsteen enkel nog onder narcose verwijderd worden. Uw dierenarts kan u vertellen of dit nodig is en hoe u de tandsteen van uw dier best laat verwijderen.
Tandsteen verwijderen is een ingreep die de dierenarts enkel kan uitvoeren onder algemene verdoving. Dit om te voorkomen dat uw dier pijn ervaart en om alle stress te vermijden die gepaard gaat met het gebruik van ulltrasone toestellen. Van alle tanden wordt een voor een de tandsteen verwijderd, zowel intern (aan de tongzijde) als extern (aan de wangzijde).
Ter afronding kan het nog nodig zijn om de tanden te polijsten, zodat alle oneffenheden op het tandoppervlak verdwijnen, want daarin nestelen de bacterien zich.
Als u de tandsteen bij uw dier laat verwijderen, kan dit voor de dierenarts meteen een gelegenheid zijn om loszittende tanden te trekken.
Na afloop van de ingreep zal de behandelende dierenarts u de dagelijkse behandeling en verzorging van de mond- en tandhygiëne voorschrijven die het best bij uw dier past.
Als u geregeld de tandplak verwijdert, kunt u de vorming van tandsteen voorkomen of remmen door de mondhygiëne goed te onderhouden. Hoe beter de mondhygiëne, hoe minder tandsteen u bij uw dier zult moeten laten verwijderen.
Een goede verzorging verwijdert zoveel mogelijk tandplak van het tandoppervlak om te voorkomen dat het mineraliseert tot tandsteen, wat in minder dan een maand tijd kan ontstaan.
Dit is de meest doeltreffende verzorging om de vorming van tandplak te voorkomen.
Voor dieren die aan tandvleesaandoeningen lijden is een dagelijkse poetsbeurt de enige oplossing om de verdere ontwikkeling van de aandoening te remmen.
Opgelet, gebruik hiervoor een speciale hondentandenborstel en hondentandpasta (gebruik NOOIT mensentandpasta (dit bevat te veel fluor). U kunt beide bij ons in de praktijk verkrijgen.
Jong geleerd is oud gedaan... Wij maken er werk van tijdens onze puppycursus om u en uw pup vaardig te maken in het tanden poetsen.
Bepaalde voeders zijn speciaal zo ontwikkeld dat hun werking de vorming van tandplak en tandsteen voorkomt.
Ze sluiten perfect aan op de dagelijkse voedingsbehoeften van het dier, maar garanderen tegelijk een goede mond- en tandhygiene.
Een brok kan op verschillende manieren een invloed uitoefenen op de tanden. De vorm, de textuur en de samenstelling zijn speciaal ontworpen om het poetseffect te maximaliseren.
Tandverzorgende kauwsticks (Orozyme) met enzymen (enkel bij de dierenarts te verkrijgen) vormen een doeltreffende aanvulling op de dagelijkse poetsbeurt, omdat die het dier aanzet tot langdurig kauwen.
Bij het kauwen (mechaninsche reiniging) komen de enzymen vrij en deze enzymen vallen de bacteriën die tandplaque en tandsteen veroorzaken aan (enzymatische reiniging). Andere kauwsticks (uit de winkel) werken enkel op basis van mechanische reiniging.
NIEUW!! AQUADENT: Vloeistof dat in het drinkwater van de hond/kat wordt gedaan ter voorkoming van tandplaquevorming, aangename smaak voor de hond/kat en geeft een frisse mondgeur!
NIEUW!! Orozyme BUCCO-FRESH: poeder voor over het eten van uw huisdier te strooien (een zeer kleine hoeveelheid, wordt niet opgemerkt door uw hond of kat).
Dit poeder heeft als eigenschap om de zuurtegraad in de mond te verlagen met als gevolg dat schadelijke kiemen geen gunstig milieu meer hebben om te overleven. De inname van dit poeder garandeert minder plaque en tandsteenvorming en pakt een slechte adem aan. Verkrijgbaar in potjes van 40gr, hier komt u voor een gemiddelde hond een 4-5 tal maanden toe.
Als u deze verschillende methodes combineert, kunt u de vorming van tandplak en tandsteen drastisch beperken.
De tanden van uw huisdier poetsen is erg belangrijk.
Bovendien is het sterk aan te bevelen om het dier er al op erg jonge leeftijd aan te laten wennen.
Als dit goed gaat kan men de mond iets openen en met het echte poetsen beginnen. door de eerste keer slechts enkele tanden te poetsen (bij voorkeur kiezen en voorkiezen). Maak bij elke poetsbeurt een groter aantal tanden schoon tot u het hele gebit kunt poetsen.
In het begin kan het moelijk zijn om de binnenkant van de mond te bereiken. Leg daarom de nadruk op de 'buitenkant' van de tanden, vooral tegen het tandvlees aan.
Als het dier het toestaat, begint u ook de binnenkant van de tanden te poetsen.
Poetsen moet een dagelijkse routine worden. Als er opnieuw tandsteen ontstaat, is dit een teken dat er te weinig gepoetst wordt. Zonder poetsen ontstaat er binnen 24 uur tot 48 uur opnieuw tandplaque en zal het verkalkingsproces tot tandsteen opnieuw plaatsvinden. Tevens kan men op deze manier regelmatig de mondholte, tong en gehemelte controleren op onregelmatigheden.
Het is belangrijk dat u uw dier na de poetsbeurt beloont met iets wat hij graag heeft: een wandeling, een spelletje, een knuffel, ...
Opgelet! Laat kinderen het gebit van uw hond niet poetsen en voorkom dat ze hun vingers in zijn mond steken.
Zelfs al poetst u de melktanden enkel om een educatieve reden (ze worden vrij snel vervangen door de definitieve tanden), u maakt uw dier zo met deze handeling vertrouwd en zorgt ervoor dat zijn tanden gemakkelijker zult kunnen poetsen als hij zijn volwassen gebit heeft.
Waarom moet ik brokken geven die het gebit verzorgen?
Een voeding geven met brokken die de mond- en tandhygiene bevorderen is een ideale aanvulling op de dagelijkse poetsbeurt of een prima alternatief als uw dier zijn tanden niet laat poetsen.
Hoezeer dit ook mag verbazen, een speciaal ontwikkelde brok kan op verschillende manieren bijdragen tot een gezond gebit.
Mechanische werking: door zijn vorm en textuur kan een brok tijdens het kauwen een schuureffect veroorzaken op de tand. Hierdoor breekt de bacteriele structuur af die uiteindelijk tandplak wordt. Het is dan ook belangrijk dat u de brokken niet bevochtigt, of verbrokkelt, want dan gaat hun effect verloren.
Chemische werking tegen het calcium in het speeksel: calcium maakt de mineralisering van tandplak mogelijk. Het natriumpolyfosfaat vangt dit calcium echter op, waardoor het niet meer beschikbaar is voor de vorming van tandsteen.
Als het echt niet mogelijk is om de tanden te poetsen (het baasje heeft er geen tijd voor, het dier werkt niet mee, ...) vormen gebitsverzorgende brokken een prima alternatief.
Vraag uw dierenarts gerust om advies!