Aankoop en verzorging van de kat

Aankoop

Vooraleer u een kat aanschaft, dient u er rekening mee te houden dat ook deze dieren de nodige aandacht en verzorging nodig hebben. Hou bij de raskeuze dan ook rekening met uw situatie.  Beschikt u over een tuin, zijn er kinderen, woont u op een flat, ...? Sommige rassen zijn wel geschikt om op een appartement te houden, andere poezen ontwikkellen gedragsproblemen als ze niet buiten kunnen.  Uw dierenarts kan u bijstaan in de keuze van een geschikt dier.

Denk ook aan uw budget. De aanschaf van een poes vormt slechts een fractie van het kostenplaatje. Hierbij komen ook de voeding, de huisvesting, diergeneeskundige zorgen en eventuele opvang tijdens de vakantie.
Gewone katjes dient u niet te kopen: u kan ze meestal gratis krijgen. In het dierenasiel wachten ook veel katten op een baasje. Let wel op met wilde of halfwilde katten, hun onafhankelijk karakter blijven ze steeds behouden.

Nuttige wenken bij de aankoop

  • Een kitten koopt u beter niet jonger dan 6 weken.
  • Het geslacht is voor de leek vooral op jonge leeftijd moeilijk te bepalen: bij poezen liggen aars en geslachtsopening dicht opeen, bij katers liggen beide ca 1 cm uiteen.
  • Huid en pels moeten zuiver zijn. Wanneer mest in de haren rondom de aars kleeft, is dat vaak een aanwijzing van diarree. Kleine bruinzwarte korreltjes tussen de haren kunnen wijzen op de aanwezigheid van vlooien.
  • De oren dienen proper te zijn.  Stinkende oren, met een bruine afscheiding, kunnen duiden op oorschurft.
  • Oogjes en neus met uitvloei wijzen dikwijls op een ziekte.
  • Zieke katjes zijn meestal minder speels, kies dus best een levendige kat.

Wettelijke aspecten van de aankoop

Sinds 1 november 2017 moeten de volgende katten geïdentificeerd zijn (met chip) en worden geregistreerd in de centrale databank CatID: 

  • alle katten jonger dan 12 weken 
  • alle katten voor ze weggegeven of verkocht worden
  • alle katten uit het buitenland, als ze langer dan 6 maanden in België gaan verblijven 

Sinds 1 april 2018 moeten kittens gesteriliseerd of gecastreerd worden voor ze 5 maanden oud zijn. Katten geboren tussen 31 augustus 2014 en 1 april 2018 zullen ten laatste op 1 januari 2020 gesteriliseerd moeten zijn. Elke kat moet worden gecastreerd of gesteriliseerd vóór ze verkocht of weggegeven wordt. 

Uitzonderingen op de castratieverplichtingen zijn:

  • katten die naar een erkende fokker (met HK-nummer) gaan 
  • katten die voor het buitenland bestemd zijn 

Voor reizen naar het buitenland moet ook elke kat vergezeld zijn van een (blauw) Europees paspoort én gevaccineerd zijn met het Rabiës vaccin. Katten die afkomstig zijn uit het buitenland moeten binnen acht dagen na hun aankomst geregistreerd worden door een erkende Belgische dierenarts. 

Wanneer u zich een raskat wenst aan te schaffen en moeilijkheden wil vermijden, informeer dan naar goede fokkers. Bespreek met de fokker alle garantiemogelijkheden en zet ze op papier om discussie na de aankoop te vermijden. Hierop moeten zeker volgende gegevens vermeld staan:

  • naam en adres van de verkoper
  • datum, plaats en prijs
  • beschrijving van de kat: ras, kleur, leeftijd, geslacht, beharing en identificatienummer.
  • welke ziekten of gebreken er onder de garantie vallen.  Een aantal van deze waarborgen zijn ook wettelijk vastgelegd.
  • Indien u de kat koopt met het oog op de voortplanting laat u dit best ook opnemen in de garantie.

Enkel een genummerd vaccinatieboekje dat behoorlijk is ingevuld, afgestempeld en ondertekend werd door een dierenarts geeft zekerheid dat het dier de nodige vaccinaties gekregen heeft. Gewoonlijk vult de fokker ook de data in waarop het kitten ontwormd werd.

P5170293

 


Voeding

Voeding

Katten zijn echte vleeseters, men maakt er best geen vegetariërs van. In de handel vindt u een uitgebreid gamma aan kant en klare voeding in brokvorm of in blik. Deze bevatten alle nodige voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden.

Sommige katten zijn echte lekkerbekken en willen dagelijks een ander smaakje, andere weigeren categoriek elke smaakverandering en zijn getrouw aan een variëteit of merk.

Er zijn grote prijsverschillen tussen de diverse merken; Deze zijn deels te verklaren door de gebruikte grondstoffen, die een invloed hebben op de verteerbaarheid, en door de toevoeging van extra voedingsstoffen die uw dier een langer en gezonder leven moeten bezorgen. Uw dierenarts kan u helpen bij het maken van de geschikte keuze.

Jonge katten tot 3 maanden oud krijgen best 4 tot 5 kleine maaltijden over de dag gespreid. Nadien eet het dier dikwijls naar behoefte gans de dag door, zodat het volstaat om ervoor te zorgen dat er regelmatig verse brokken staan. Maar een blikje 's morgens of 's avonds zal zeker op prijs gesteld worden. De poes krijgt het eten best op kamertemperatuur, nooit rechtstreeks uit de frigo.

Bij veelvraten wordt best met verdeelde en afgewogen porties gewerkt om overgewicht te vermijden. De instructies op de verpakking geven een idee van de daghoeveelheid als niets anders gegeven wordt. Vergeet nooit dat dit gemiddelde hoeveelheden zijn die regelmatig getoetst moeten worden aan het gewicht van uw kat.

Overgewicht is een vaak voorkomend probleem dat de leeftijd van uw troeteldier verkort.  Laat uw dier dan ook regelmatig wegen.

Wenst u zelf nog wat tafelrestjes bij te geven, zorg er dan voor dat varkensvlees, schapenvlees en vis steeds goed gekookt werd. Regelmatig rauwe lever is uit den boze. Let ook op voor graten en splinterende beentjes van gevogelte, wild en koteletten.

Experimenteer nooit met vitaminen, kalk of levertraan, maar volg de raadgevingen van uw dierenarts op.

Met het ouder worden daalt de behoefte aan voedsel zodat de porties best aangepast worden.  Er zijn ook speciale voedingen voor oudere katten in de handel.

Drank

Een kat heeft genoeg aan water.  Soms wordt gewone melk, zelfs al is ze verdund, slecht verteerd, wat leidt tot diarree.

Lactosevrije melk kan dan een alternatief zijn, maar is niet onontbeerlijk.


Vaccinatie

MatoeDe bedoeling van vaccinatie is de kat de nodige afweer te laten opbouwen tegen besmettelijke ziekten.

De nodige vaccinaties zijn afhankelijk van de levenswijze en huisvesting van het dier. Uw dierenarts stelt voor uw kat het gepaste schema op.
Onthoud dat enkel gezonde dieren (dus ontwormd en ontvlooid) kunnen ingeënt worden en dat het steeds een aantal dagen duurt alvorens er afweerstoffen gevormd worden.

Jonge katten worden soms als een eerste keer gevaccineerd rond de leeftijd van 6 weken met een zogenaamde "voorlopige" of "kitten"-inenting.  De volwassen inenting wordt dan vanaf de leeftijd van 9 weken toegediend, met een herhaling na 3 tot 4 weken.

Regelmatige herhalingen zijn onontbeerlijk om de bescherming van uw poes te waarborgen.
Na een vaccinatie kan uw poes gedurende korte tijd wat suffer zijn.

Dit zijn de ziekten waartegen uw kat kan ingeent worden:

  • Kattenziekte
  • Niesziekte
  • Kattenaids (FIV)
  • Feline infectieuze peritonitis (FIP)
  • Razernij (Rabies)
  • Leucose

De Kattenziekte (arvovirose, panleucopenie) is een zeer besmettelijk virus is over de ganse wereld verspreid en kan lang overleven in de omgeving. 

Het tast voornamelijk het maagdarmkanaal aan met erg braken, diarree en uitdroging tot gevolg.  De dieren sterven meestal binnen enkele dagen.

Dit is de meest voorkomende infectieziekte bij de kat. Er zijn drie mogelijke verwekkers, maar ze geven allemaal min of meer gelijkaardige symptomen:

  1. rode tranerige ogen
  2. gezwollen ogen
  3. waterige tot etterige neusvloei. 

Door de neusontsteking niezen deze dieren meestal. Soms treden ook pijnlijke mondontstekingen op. 

Bij volwassen dieren is de ziekte gewoonlijk niet dodelijk, maar uw kat kan blijven snotteren of er een longontsteking aan overhouden. 

Soms kan uw poes ook drager blijven, zodat heropflakkeringen mogelijk zijn in periodes van stress.

Omwille van de gelijkenissen wordt deze ziekte vaak verward met kattenleukemie. Er bestaat ook een vrij lange periode tussen besmetting en ziek worden, de ziekteverschijnselen zijn nogal vaag en de afloop is steeds dodelijk.  Het gaat echter om een ander virus dat enkel via bloedcontact overgedragen wordt (vechten en geslachtsgemeenschap).  Hiertegen bestaat spijtig genoeg geen vaccinatie.  Ziekte kan enkel in zekere mate voorkomen worden door de dieren tijdig te laten castreren, zoadat vechten en dekken minder vaak voorkomen.

Dit is een complexe aandoening veroorzaakt door een virus dat via neusvloei en uitwerpselen wordt overgezet.

De ziekte loopt fataal af, gewoonlijk binnen de 6 maanden na het uitbreken. Vooral jonge en oude katten zijn gevoelig, alsook katten die om een andere reden minder afweer hebben (bv. leucosekatten). 

Aangetaste katten worden gewoonlijk loom en krijgen koorts en verminderde eetlust, maar de diagnose is niet steeds eenvoudig. Naderhand uiten de ziektetekens zich in een ophoping van vloeistoffen in de lichaamsholten (hangbuikje of bemoeilijkte ademhaling) bij de zogenaamde 'natte' vorm, of in een ontsteking van diverse organen bij de zogenaamde 'droge' vorm.

Er bestaat echter een vaccin dat via neusdruppels toegediend wordt.  Het vaccin geeft echter maar bescherming in specifieke gevallen.  Informeer bij uw dierenarts of deze vaccinatie voor uw poes een reele behoefte dekt.

Alle warmbloedige dieren zijn gevoelig voor deze ziekte, dus ook de mens en de kat.

Besmetting treed doorgaans op door de beet van een besmet dier. Na enige tijd treden gedragsveranderingen op. De afloop is meestal fataal.

Dankzij de vaccinatieverplichting is deze ziekte in Europa nagenoeg uitgeroeid.

De inenting is verplicht voor alle dieren die ten zuiden van Samber en Maas of naar het buitenland gaan.

De eerste vaccinatie dient 21 dagen voor de reis gegeven te worden.  Deze vaccinatie wordt door de dierenarts in het Europees dierenpaspoort genoteerd.  Voor reizen binnen Belgie is in sommige gevallen een vaccinatiecertificaat voldoende.

 

Het leucosevirus wordt beschouwd als een van de belangrijkste oorzaken van infecties en vooral van sterfte bij katten.

Het virus wordt overgedragen door likken, bijten, niezen en ander direct contact met soortgenoten. 

Een kat die besmet is kan nog jaren klinisch gezond rondlopen, maar ondertussen wel de katten uit zijn omgeving infecteren. 

Het virus is verantwoordelijk voor twee soorten aandoeningen.
De ene vloeit voort uit de aantasting van het afweermechanisme door het leucosevirus.  Hierdoor ontstaan chronische en herhaalde ontstekingen. 
De andere aandoening is een gevolg van tumorontwikkeling ter hoogte van de lymfeklieren. Uiteindelijk is de ziekte vrijwel steeds dodelijk.

Soms is het aangewezen om het bloed van uw poes te controleren om te zien of ze niet reeds besmet is.
Vaccinatie van een besmette poes zal immers geen effect hebben.


Hygiëne

  • Jonge kittens, maar ook volwassen katten moeten regelmatig ontwormd worden. In de eerste plaats tegen spoelwormen, maar soms kunnen ze ook met lintwormen besmet zijn. Deze wormen zijn ook besmettelijk voor de mens, maar bij de mens bestaat doorgaans geen behandeling. Raadpleeg uw dierenarts voor een aangepast schema.
  • Katten zijn zeer gevoelig voor huidparasieten. Teken- en vlooienpreventie zijn dan ook aan te raden. Bespreek de mogelijkheden met uw dierenarts. Vraag tevens naar de brochure over de parasieten van de kat.
  • De ogen vragen normaal geen verzorging. Afblijven is de boodschap. Bij sommige rassen of bij bepaalde aandoeningen kan uw dierenarts wel een regelmatige reiniging aanbevelen met een aangepast product.
  • Gezonde oren behoeven ook geen reiniging. Doe dit enkel op advies van uw dierenarts, en dan enkel met aangepaste producten. Gebruik zeker geen oorstaafjes!
  • Indien gewenst, kan u best van jongs af aan uw poes wennen aan een regelmatige tandverzorging. Uw dierenarts heeft daartoe speciaal ontwikkelde tandpasta en tandenborstels.
  • Kortharige katten vragen weinig vachtonderhoud. Ze verzorgen zichzelf. Langharige katten worden best dagelijks geborsteld met een aangepaste kam of borstel, zodat ze geen klitten vormen. Laat uw kitten hieraan al wennen, zo vermijdt u problemen achteraf. Eventueel kan u de kat ook wennen aan een regelmatige wasbeurt.
  • Door het regelmatig likken van de vacht, krijgt de kat haren binnen die soms in de maag echte "haarballen" vormen en spijsverteringsproblemen kunnen veroorzaken. Uw dierenarts kan u smakelijke pasta's bezorgen die helpen bij het uitscheiden en voorkomen van deze haarballen.
  • Als de nagels van uw kat te lang en te scherp worden, mag u er de uiterste puntjes afknippen. Krabben is een uiting van territoriumgedrag en behoort dus tot het normale gedrag van een kat. Dat betekent dat uw kat er behoefte aan heeft om haar woongebied af te bakenen. Voorzie eventueel een krabpaal of -plankje.
  • De kattenbak wordt best op een discrete, goed bereikbare plaat gezet. Het moet voldoende hoog en groot zijn en gevuld worden met een degelijke, absorberende vulling die regelmatig ververst wordt. Sommige katten delen niet graag een kattenbak of hebben een hekel aan een dak boven hun hoofd. De etensbak staat ook best een eindje uit de buurt. Als u meerdere katten in huis heeft, kan u volgende regel in acht nemen: aantal katten = aantal kattenbakken + 1.

Castratie

Deze ingreep is zeker aan te raden. Zo komen er minder zwerfkatten, krijgt uw kat minder vechtwonden en vermijdt u katergeur in en om het huis.

De operatie gebeurt het best tussen de 6 en 9 maanden, zowel bij kater als kattin.

Een hormonale behandeling (pil of prikpil) is mogelijk. Deze behandeling is echter niet 100% betrouwbaar en kan, zeker op termijn, ernstige nevenwerkingen hebben.

Vraag advies aan uw dierenarts!