Elke eigenaar maakt zich zorgen als zijn huisdier onder narcose moet. Dit is normaal.
Met deze richtlijnen willen we u dan ook zo goed mogelijk informeren.
De operatie
Preoperatieve controle van circulatie- en ademhalingsstelsel is noodzakelijk om eventuele risico's tijdens de narcose te vermijden. Grondiger onderzoek, zoals een bloedonderzoek, radiografie of ECG, kan aangewezen zijn. Uw dierenarts zal dit op voorhand met u bespreken.
Dit gebeurt net zoals bij de mens en wordt gestart met een premedicatie. Hierbij wordt een kalmeermiddel toegediend.
De verdoving zelf gebeurt door een injectie in de spieren of in een ader, al dan niet gevolgd door een anesthesie met behulp van gas.
Het doel van de verdoving is het pijngevoel en het bewustzijn uit te schakelen.
In sommige gevallen zal uw dier tijdens de verdoving aan een infuus gehouden worden.
Tijdens de narcose worden onder meer hartritme en ademhalingsritme constant gecontroleerd.
Want hoewel met de huidige kennis en middelen de kans erg klein is, kunnen zelfs routine ingrepen een mogelijk risico inhouden.
Als gevolg van de narcose treedt een daling op van de lichaamstemperatuur. Ook de ademhaling en circulatie worden beinvloed door de narcose.
Bij het ontwaken is dan ook alle aandacht gevestigd op het herstel van deze functies. Het ontwaken gebeurt daarom best in warme, kleine omgeving, waar het dier zich niet kan kwetsen, en in een houding waarin de ademhaling niet belemmerd wordt.
Toezicht tijdens het ontwaken is onontbeerlijk om tijdig te kunnen ingrijpen bij complicaties.
Meestal zal het dier pas naar huis mogen als het volledig wakker is.